Lyrics

[Couplet 1]
Jantine en Stefan, dat is altijd wat,
Een kat aanrijden, en dan weg is het beestje plat.
Olie op de vloer, dat glibbert en glijdt,
Ze lachen erom, maar wij zijn bijna kwijt.

Jantine schrikt van spinnen, duikt weg in paniek,
Stefan grijpt zijn bier, zet in met een refrein,
De buren huilen zacht, maar hij vindt het heel fijn.
Jantine nip van haar wijn, denkt nog steeds dat ze jong is,
Maar kotst op de bouwsluis, oeps, dat was even gênant mis.

[Refrein]
Ze zijn net studenten, in deze stille straat,
Bellen aan voor onze spullen, ze weten waar het staat.
Hun vals gezang klinkt luid, maar wij vinden het te gek,
Ze maken herrie, maar we vinden het fijn,
Want zonder hen zou het leven maar saai zijn.

[Couplet 2]
Stefan proost op het leven, met zijn bier in de hand,
Jantine kijkt trots, alsof ze nog studeert aan de kant.
Ze doen gekke dingen, maken ons altijd blij,
Ook al is het soms chaos, we zijn blij dat ze hier zijn.

[Refrein]
Ze zijn net studenten, in deze stille straat,
Bellen aan voor onze spullen, ze weten waar het staat.
Hun vals gezang klinkt luid, maar wij vinden het te gek,
Ze maken herrie, maar we vinden het fijn,
Want zonder hen zou het leven maar saai zijn.

[Bridge]
Dit liedje is een grapje, met veel liefde en plezier,
Want als buren zijn ze goud waard, dat zeggen we hier!

[Laatste refrein]
Dus proost op Jantine, proost op Stefan,
Met hun gekke streken blijven ze ons bijstaan.
Vals of niet, ze zijn hier ons pleziertje,
We zijn blij met onze buren, zij maken het feestje!